Procul negotiis (Lat.) ver van de (staats)zaken
(Horat., Epoden2,1). Vgl. Beatus ille etc.
Mia wilt af van de officiële residentie aan een druk kruispunt tussen de Total-en Gulf benzinestations.
Het Wit Toreke wordt aan Frie te koop aangeboden voor 250.000 Belgische Frank maar Mia wilt daar niet wonen omdat er een industrieterrein in de buurt komt. Er zijn ook plannen om van het Meetshoven bos een villa wijk te maken.
(1976) Clairette Serneels, Mia, Pieter
Medio jaren ’70 verhuist Frie en zijn gezin naar de gezonde boslucht van Langdorp.
Frie stalt zijn paarden in “Het Sparrenhof”; een boerderij waar Sus en Melanie wonen. Blijkt dat daarnaast een camping komt, verhuist Frie de stal deze keer samen met het hele gezin even verder op. Frie laat echter in de verkoopakte opnemen dat Sus en Melanie de rest van hun leven gratis in ‘Het Sparrenhof’ mogen blijven wonen. Dit typeert Frie ten voeten uit.
Godfried is voorzitter van de ‘Bosruiters Langdorp’, jurylid voor jumping-en dressuurwedstrijden, neemt deel aan wedstrijden en geeft zelf ook les dressuurpaardrijden. Thuis worden paarden gefokt. Ruiters die niet over een eigen paard beschikken, kunnen er ééntje lenen uit de stal met acht paarden.
Gust, Staf en Frie vallen in de prijzen
De gouden medailles kleeft Pieter met plakband aan zijn oorlelletjes!
Een leuk verhaal uit begin zeventiger jaren, toen Staf en Nelly de eerste conciërge op de Steenheuvels waren:
Mia rijdt eigenhandig met de tractor met een schudmachine om het hooi te drogen. Een handje toesteken, dat is voor Mia een beetje uit de band springen. Hippe Nelly met haar witte leren knielaarzen trekt de aandacht van voorbijgangers. Een wandelaar spreekt Mia aan: “Die dui mee huir witte botte, is da na die van de notuires?“ Geen wonder dat de opmerking door de betrokken notarisvrouw matig geapprecieerd wordt. Zij borstelt op staande voet Staf en Nelly uit de Steenheuvels.
Mia (42) is even gehecht aan haar huis als Scarlett O’Hara aan “the plantation Tara” uit de romantische film “Gone with the Wind” uit 1939.
“Ik woon in Wolfsdonk bij Averbode. Iedereen kent de abdij en ’t klinkt schoner als Aarschot.” – Mia
Frie met Robbie
Pella met veulen Willeke
„Mijn jeugdherinneringen op de Steenheuvels dateren van medio jaren zeventig. Als tiener en lid van ‘Bosruiters Langorp’, leerde ik paardrijden met als instructeur notaris Van Kerckhoven. Om de correcte houding aan te leren, kreeg ik een bezemsteel onder de armen en een sigarettenblaadje tussen de knieën om de juiste aansluiting met het zadel te krijgen. Ik kan je verzekeren, ik kon zeer snel paardrijden.” – Eric Bergen (2020)
Louki (1975-1988)
Frie steekt een handje toe voor de fanfare en ziekenzorg
In zijn huis, dat als voorbode van het aards paradijs een mythische status krijgt onder impuls van Mia, is het een komen en gaan van bezoekers. Hier met mensen uit Wolfsdonk.
Wie is Marie?
Marie woont op de hoek van de Kiekopstraat en de Molenheidestraat, aan het kapelleke. Frie neemt Marie mee naar de activiteiten van Wolfsdonk zoals begrafenissen. Wanneer Frie een begrafenis moet missen troost Marie hem: “Mui notuires, den doewe stekt oemmes in de kist. Dieje ziet er oemmes niks nemieje van.”
’t kapelleke van Marie, “làk ze zegge” (foto:2024)
Marie Naulaerts Theys (1911-2016)
Gewaardeerde Marie woont in haar leefkeuken waar een Leuvensestoof gloeit. Marie legt uit dat zij als kind door weer en wind, ook tijdens de wintermaanden door de donkere bossen ver naar de school moest stappen. Marie heeft kippen en verkoopt eitjes, maar ook een varken waar je via een houten luikje mag naar gaan kijken. Iedereen krijgt snoepekes van Marie.
Echtgenoot Leonard Naulaerts (1909-1996) ‘Nakke’ werkte in de mijn. Marie komt een keer per week Anna helpen bij het huishouden op de Steenheuvels en Nakke komt het onkruid hakken. Marie gaat voortdurend ‘deenetoope’ (denappelen) rapen. Marie hangt manden en grote zakken aan haar fiets en zoekt en raapt tot die overvol geladen zijn.
Jeugdige Pieter verafgod zijn moeder die geregeld in Parijs verblijft. ‘Seul dans sa chambre’ bladert hij in Mia’s oogverblindende tijdschriften: Jours de France, Paris-Match, Vogue, Marie-Claire,… . Later wil hij ook in Parijs de grote Jan kunnen uithangen. Mettertijd gaat Mia net zoals Marie van start deenetope te rapen in het bos van de Stenheuvers. Om het vuur aan te wakkeren, fit te blijven en zo oud als Marie te worden. Parisien Pieter gebruikt nu Mia’s deenetope als kerst-deco. (2023)
Caroline Van Vlasselaer (2024)
Caroline Van Vlasselaer en Pieter
Frie met zijn arm in de gips na een val van zijn paard (foto: Provence-1979)
Ongeluk – De notaris uit Aarschot is geblesseerd bij een ongeluk met een paard. Mei 1979: Tijdens een wandeltocht met een Engelse volbloed, galopperen een groep ruiters voorbij. De hengst zet de achtervolging in. Frie trekt de teugels aan, Lord steigert en Frie valt op de betonweg. Zijn arm en bovenlichaam zitten voor een half jaar in de gips. Frie is verknocht aan zijn paarden, maar Mia heeft er niets mee. En dus verdwijnen de paarden van de Steenheuvels.
Frie, Mia en geburen Clairette en dr. Marcel Macken, Walter en Maria Sterckx
Clairette (1936-2024) van Kabouterland, de buurvrouw organiseert het ene souper na het andere, pent de details daarvan in zes boeken. Er is zo goed als een volledig boek aan de familie Van Kerckhoven gewijd.
Kiki Didden (2024)
“As die van Van Kerrekoove koome, serveere me kreft van ”t Scholteshof’ van baa de Souvereyns .”
Andere genodigden van de local gentry mogen van Clairette “kreft van den Unic binne gaffelen. Pertang de mi’jeste duivan zen pegoore veul raaker lak die van Van Kerrekoove”.
NATUURBEHOUD.
Frie beleeft zelf het bosbeheer. In de eerste helft van de twintigste eeuw werden overal eentonige percelen naaldhout geplant, onder andere om de Limburgse mijnen te stutten. Frie is geen moderne natuurbeheerder die de bossen afwisselender, natuurlijker mooier maakt. Er worden oorspronkelijke dennenbomen geveld en in blokken verdeeld door een jankende kettingzaag. Alles voor kachel en haardvuur.
Frie trekt met zijn kinderen de bossen in, ook ’s avonds laat met petroleumlampen: tijdloze schoonheid in de duisternis.
Gert, Ilse, Pieter en Frie
“”De natuur gedoogt dat u haar bespiedt, niet dat u haar ontraadselt.” – Pythagoras
Dit dreefje beukenbomen wordt door Frie eigenhandig geplant. “Buimmeke groewet, ’t menneke doewed” (Boompje groot, plantertje dood) – Frie
Even stilstaan in het gerestaureerde huis waar de 19de eeuw leeft. Bij binnenkomst ruik je het meteen: de weldadige geur van boenwas. De verfraaiingen met gevelornamenten en sierbalken zijn afkomstig van een gesloopt klooster rond Leuven. Rond het huis ligt het vol kasseien die van een militaire kazerne komen. De dakpannen deden voordien dienst op loodsen van een voormalige steenbakkerij in Ramsel. Frie kon alles voor een appel en een ei op de kop tikken. Bemerk de openhaard met vroeg 16de-eeuwse gesculpteerde fragmenten in blauwe hardsteen. Rechts een dansend koppeltje van nederige afkomst, achter Frie dansen edellieden. Aan elke bezoeker legt Frie uit hoe de openhaard is gemaakt van blokken roestbruine Diestiaanijzerzandsteen die ooit waren gebruikt voor de muren van een mesthoop.
Ernest Vanden Panhuysen (1874-1929) – olie op paneel
« Velle suum cuiqui est »
« Wat een mens wil, is voor iedereen persoonlijk» Persius
Oh, schaapjes en dwerggeitjes!
Ilse (foto: Steenheuvels, 1981)
Frie kweekt Suffolkschapen met zwarte kop, zwarte poten en witte fijne wol. Mia en de kinderen lusten geen schapenvlees. Op een dag bemerkt Mia vriezers vol schapen. Dan maak je toch gewoon een grote kuil om de diepvrieszakjes erin te dumpen.
Een slecht gesmaakte passage is wanneer Ilse dwerggeitjes krijgt, op de dierenmarkt van Heist-Op-Den-Berg. Om de haverklap geraken geweien geklemd in de afspanningsdraad, met eeuwig gemekker als gevolg. Frie realilseert zich dat het keutelachtige, geldverspillende beesten zijn. Als hint stopt de buurvrouw aan Frie heimelijk de bereiding van stoofschotel van geitenvlees toe. Vervolgens komt slachter “de zatte witte Wuyts” de sprookjesachtige diertjes kelen. De gewoonte om het gezellig over de geitjes te hebben met Ilse als zij van internaat thuis komt, is over. Hun vachtjes sieren nu haar slaapkamer. Dit heeft Ilse diep geraakt. 35 jaar later liggen die geitenvachtjes over de leuning van haar zetel.
Er worden ook kippen en konijnen gehouden en geslacht. Vooraleer Lowie van den Elsleuk de konijnen komt villen neemt Gertje wenend zijn lievelingskonijn uit het hok en laat het vrij lopen. Het tam kornaan wordt vlug door Marcel met zijn oren gegrepen en geslacht.
“Boni pastoris est tondere pecus, non deglubere”
“Een goede herder scheert zijn schapen, maar trekt hen niet het vel over de oren.”
Pieter, Colette, Gert, Ilse en Frie
”Ieder hart zingt een lied, onvolledig, tot een een ander hart terug fluistert.” – Plato.
Er is amper tijd voor gezellig samenzijn maar als afsluiter van een kerstdiner zetten Frie de schoonmoeder en kinderen al hun favoriete kerstliederen op een rij gevolgd een geschenkje. De kinderen hebben weinig speelgoed. Maar wel motocrossen, kampen bouwen en ravotten. Wie naar de hun kindertijd vraagt, komt automatisch bij het bos uit.
Macadam:
« Minstens even interessant is hoe ik de Steenheuvels, een prachtig stuk landschappelijk erfgoed, redde van geasfalteerde worden. Mijn vader had er een hekel aan om door de plassen van de niet verharde weg te rijden. “Ne mens zit alta mee ne vowalle n‘otto. En meej’al die putte, da’s ni goe veu d’amortisseurs è! E weggeske in Macadam, da sa na toch nen droewem zaan è, niewaar è!” – Frie Hij ging plat op de buik voor koning auto en overtuigde het stadsbestuur om versneld geld vrij te maken om de idylle met een wegverharding te verstoren. Toen heb ik mij ermee gemoeid. Aan toenmalig burgemeester Rik Daems vroeg ik de eeuwenoude ‘parel’ van het Langdorpse landschap te sparen van asfalt. Rik vond mijn bezwaar hilarisch, wees erop dat de aanvraag van mijn vader kwam maar beloofde er rekening mee te houden. Papa sprong zo ongeveer uit zijn vel over mijn tussenkomst.» – Pieter
Kies steeds de weg, die het best schijnt, hoe ruw hij ook schijnen moge.
Pythagoras
Vaak trok Frie een goede fles wijn open zoals op de foto is te zien die Pieter nam.
Salomon: Le vin est un objet luxueux et l’ivresse est désordonnée
Marcolf: Le pauvre est un imbécile quand il est ivre et qu’il se croit riche
Dialogue de Salomon et Marcolf, 12e siècle
Telkens met Nieuwjaar krijgt Frie van Generale Bank een wijnjarentabel met de waardering van wijnjaren en een indicatie over de bewaarcapaciteit. Het plastiek kaartje steekt in Frie’s portefeuille. Zo legt hij geduldig een kelder aan van bewaarwijnen van uitstekende jaargangen op het notariaat in de Elisbathlaan. Er ligt daar ook een zogenaamd kistje “château migraine” van de Aarschotse pinardier Geens van “de Torens”. “Ni te drinke, mui veu teege da de Gi’jens hie oep ’t onverwacht uinkomt.” – Frie Er liggen zelfs enkele flessen van de Eerste Communie van Frie. Frie gebruikt de wijnjarentabel ook op restaurant. Mia is al die oude zware wijnen beu en kapt “le vin le plus prestigieux du monde” in de casserole bij de râble de lièvre of de faisan . Mia drinkt alleen jonge flessen. “Is dà na ni zun? Al die goei flesje schanne te luite guin, nie waar è.” – Frie Daaropvolgend drinkt Pieter, die alleen woont boven het kantoor met z’n vriendje Wim en genodigden de kelder leeg: Château Ausone “Un vin monument, comme un rempart au temps: sur lui les années passent et subliment amoureusement son caractère”, Château Beychevelle, Saint-Pierre, La Tour, … . Telkens combineert Wim al de 1er grands Crus Classés met spaghetti. Wanneer Frie zijn kantoor overlaat liggen er nog een paar honderd flessen witte-en rosé wijn te vergaan. Van Frie moet Pieter alles in de glascontainer gooien. De volle flessen breken in de glasbak en “de waan zekt over de Elisabethluin tot in den dowakeleir van d’overbuure; baa de Pelle en de Renier.”
« Dum vivimus, vivamus »
« Laten we van het leven genieten, zolang we leven »
XIX Anna en Marcel