<< XXVI Les Belges aiment la bagnole
Marise, William, Roxane (Centre Pompidou, Parijs)
“Luit ze mui binne koome, de vremde soot. M’n kleinkindere zullen er nog kunne teege vichte. Ik zal ’t nemieje meemuike. Dui teege zal’ek piejer kiek zaan.” – Frie
grootvader Gysel, Ilse en Roxane
Roxane, Ilse en Pieter (foto: 2001)
Roxane
Roxane Gysel
“Ik krijg altijd veel complimenten met de handtassen en/of bijoux van Mimi (Mia)” – Roxane
Roxane met een uurwerk van haar overgrootmoeder Colette uit 1921
William en opa
2011, Geen evenement is geschikter om groots uit te pakken met een prinsessenjurk in het Koninklijk Paleis. “Tijdens de vakantie heb ik U vervangen” schrijft Marise aan de toenmalige prinses Mathilde. Waarop de prinses een persoonlijk dankwoord richt aan Marise.
2024, Marise en Pieter bezoeken het appartement van Napoleon III
Pieter Gysel (1621-1690) Antwerpen – olie op koper – 15×20 cm
Clément
Le vent dans tes cheveux blonds, le soleil à l’horizon
Quelques mots d’une chanson, que c’est beau, c’est beau la vie
Un oiseau qui fait la roue sur un arbre déjà roux
Et son cri par dessus tout, que c’est beau, c’est beau la vie.
Tout ce qui tremble et palpite, tout ce qui lutte et se bat
Tout ce que j’ai cru trop vite à jamais perdu pour moi
Pouvoir encore regarder, pouvoir encore écouter
Et surtout pouvoir chanter, que c’est beau, c’est beau la vie.
Le jazz ouvert dans la nuit, sa trompette qui nous suit
Dans une rue de Paris, que c’est beau, c’est beau la vie.
La rouge fleur éclatée d’un néon qui fait trembler
Nos deux ombres étonnées, que c’est beau, c’est beau la vie.
Tout ce que j’ai failli perdre, tout ce qui m’est redonné
Aujourd’hui me monte aux lèvres en cette fin de journée
Pouvoir encore partager ma jeunesse, mes idées
Avec l’amour retrouvé, que c’est beau, c’est beau la vie.
Pouvoir encore te parler, pouvoir encore t’embrasser
Te le dire et le chanter, oui c’est beau, c’est beau la vie.
William, Roxane, Mia, Marise en Armand (1933-2008)
De 75-jarige tuinman om het leven gekomen nadat hij terecht kwam onder een omvallende boom. Het tragische incident gebeurde toen hij een denneboom omzaagde.
Treinbestuurder op rust Armand vertelt: “In Wolfsdonk heerste er nog armoede. Ik had enkele sterke mannen uit het dorp verwittigd op welk tijdsstip ik de spoorweg nabij Wolfsdonk zou passeren. Ik had nl. enkele wagondeuren ontgrendeld en liet m’n vrachttrein stoppen. De mannen die zich verborgen hadden wachtten mij op om haastig goederen uit de treinwagons te droppen. Vervolgens kwam de trein terug langzaam in beweging richting Duitsland. Het was tenslotte om arme dorpsgenoten te helpen.”
XXVIII Het woord van God >>>