XV Trop aimée
de schoonouders van Frie: Clément en Colette Jamar Swerts (1962)
Op zoek naar de roots van Mia in Houthalen: haar overgrootvader Jamar werd als Luiks officier in het militair kamp van Leopoldsburg gekazerneerd. Haar grootvader Theofiel Jamar was schrijnwerker in Koersel.
het zakuurwerk van Theofiel Jamar
Clément Jamar
Deze klok tikt bij de ouders van Clément Jamar
La Durée poignardée (détail) , huile sur toile, 1938, René Magritte (1898-1967)
“Le temps s’en va, le temps s’en va, madame. Le temps, non, mais nous nous en allons.” – Pierre de Ronsard
Clément Jamar (1910-1969)
Armand Jamar (1870-1946) – 29×37 cm – 1927
Een paneel dat Pieter ontving uit de burgemeester Jos Daems (1926-1983) collectie.
Henri Swerts (1888-1979), de knaphandige bonpapa
Ontdek hier zijn verhaal. Colette is herkomstig uit de Noord-Limburgse gemeente Heppen, later deelgemeente van het huidige Leopoldsburg. Haar vader, Henri wordt op 17 november 1888 in Koersel geboren als zoon van Petrus Swerts (1850-1891) en Maria Vanherle (1848-1934).
Met hulp van een hondenkar verkoopt Henri Swerts aan de militairen van ’t Kamp.
De knappe hunk start zijn loopbaan als kooivechter in Luik. Die van Swerts zijn messentrekkers, vechtersbazen. Henri kan nauwelijks schrijven maar tellen is zijn sterkte. Met zijn hondenkar trekt hij rond Leopoldsburg en verkoopt gestadig aan de militairen van ’t Kamp. Ten tijde van de grote manoeuvers bivakkeren in ‘Bourg-Léopold’ tot 140.000 manschappen. Henri lost ook 70kg wegende zakken steenkolen van kanaalschepen. Als soldaat wordt hij door zijn gestalte geselecteerd deel uit te maken van de Koninklijke paleiswacht in Brussel. Door de eentonigheid in het paleis besluit Henri een een uiltje te vangen. Paleiswachter Henri zet zijn berenmuts af en legt zich in ‘un fauteuil royal doré feuille d’or’ maar wordt betrapt door het prinsesje Marie-José die hem uitsnauwt. Gedurende WO I wordt Henri opgeroepen om strijd te leveren maar hij verschuilt zich. Hij timmert een houten kist, steekt die onder het hooi, en kruipt daarin wanneer er naar hem gezocht wordt. Zo kan hij blijven arbeiden. Al vlug start hij een eigen zaak van zaaigoed, steenkool-en graanhandel aan het Kanaal van Beverlo. Het kanaal werd destijds doorgetrokken naar Leopoldsburg om de cavalerie aldaar te bevoorraden. Het kanaal is nog altijd open en stopt aldaar. In de ‚kom‘ van het kanaal waar zijn handel vlakbij was gelegen ligt nu een jachthaven. Voor zijn 50ste heeft Henri vijf eigendommen met landerijen vergaard.
Henricus en Berthilia Swerts Maes (1909)
Het huwelijk van Henri met Berthilia komt als een totale verrassing. Kort daarop, na een ‘geheime’ zwangerschap verwelkomen Berthilia en Henri hun eerste kindje. Het meisje Colette genaamd is het eerste van zes kinderen. Om te leren zwemmen gooit Henri zijn dochter Colette meermaals in het kanaal en met een trekzeel onder haar armen gebonden sjort hij haar door het koude water. Door zijn harde aanpak heeft Colette de rest van haar leven een rillerige schrik van water.
Berthilia Swerts Maes (1890-1943) de grootmoeder en meter van Mia
“Ons moeder stierf jong van verdriet na het overlijden van haar broer Guillaume Maes die sneuvelde tijdens WO II. Onze pa die een commerce had die draaide op volle toeren besloot ermee te stoppen.” – Colette
detail kantwerk van de hand van Berthilia Swerts Maes
Elisa Duchêne
Henri wordt jong weduwnaar zodat Colette de opvoeding van haar jongere broers en zussen op zich neemt. Haar vader Swerts laat zijn zaak over aan een van zijn zonen Louis. Henri hertrouwt met Elisa Duchene, een weduwe van een legerofficier. Die was dood gevallen van ’t verschieten toe hij tijdens WO II de Duitsers in Parijs zag binnenvallen. Het leven van het echtpaar Henri en Elisa bestaat uit vakantie en reizen. Voor mensen van onze tijd een heel normaal gebeuren. Ongeveer 100 jaar geleden was vakantie voor veel mensen niet weggelegd. Vrije dagen en vakantiegeld bestonden (bijna) niet. Van ‘madammeke’ (zo wordt Elisa achter haar rug genoemd) hoort Henri een driedelig pak te dragen en ‘un bâton de marche avec un pommeau en émaux’ (een wandelstok) gebruiken.
Henri Swerts en zijn tweede echtgenote Elisa Duchêne
“Mijn moeder had schrik van haar stiefmoeder, een Parisienne en vreesde dat ik daar de boel ging op stelten zetten. Daarom kreeg ik voor we bij haar op bezoek gingen op straat preventief een pak slaag. Elisa kon niet om met kinderen, die moesten stil zitten en zwijgen. Dan viel ik van miserie op ne stoel in slaap.” – Mia
“Onze oudst gekende stamvader is een zekere Blasius Swerts, die ca. 1672 als slotenmaker stond opgetekend.” – Herman Swerts
Colette en Clément ontmoeten elkaar in Beringen al dansend op ‘Violetta’
Om er elegant uit te zien op het feestelijke bal droegen de heren deze bloem in het knoopsgat van hun blazer.
Clément en Colette Jamar Swerts (1938)
Clément is werkzaam in de steenkoolmijn van Houthalen en huwt in 1938 met Colette Swerts. In 1940 krijgt het stel een dochter, Mia Jamar.
Korenbloemen in een mand – van de hand van Pauline Jamar (1850-1911) – olie op canvas (38x46cm) – de uitverkoorne bloem van Colette
Clément trekt ten strijde tegen de overheerser terwijl Colette met baby Mia te voet richting Arras (Frankrijk) vlucht.
Colette en Clément bouwen in 1949 hun pittoresk en vredig aandoend nest, een kleine witte bakstenen villa, in de Limburgse Kempen te Houthalen, Ringlaan 17. Voor de funderingen van start gaan legt Colette een Onze-Lieve-Vrouw medaille op haar bouwgrond. In de tuin langs de zonovergoten boomgaard naast het dorp wuiven stokrozen en seringen in de eerste zomerbries tegen een achtergrond van den Teut: het grootste heideterrein van Midden-Limburg en met een schilderachtige afwisseling van beekdalen, vennen, duinen, bossen en akkertjes.
Frie over Mia’s ouderlijke huis: “Da’s oemmes niks weijed, mee da da vlak nui den oorlog is gebouwd zit dui niks isolaase in. Ze gaat daar niks voor krijge en da wordt direct met de grond nee gesmeete.” Naar het einde toe verkoopt Colette haar huis en bekomt de prijs die zij hoopte. Anno 2023 zijn al de oude villa’s rond deze eigendom gesloopt. Het enige dat tot nu toe van de sloophamer gespaard bleef is dat van Colette en Clément. “Mijn bomma hoopte maar dat ik hier zou komen wonen”. – Pieter (foto: Houthalen, 1977)
Clément, Mia en Colette
Beluister hier het gesprek tussen Mia en Pieter over Clément Jamar (2024)
Art Deco glas in lood in de Sint Martinuskerk waar Clément en Colette naar de mis gaan.
Frie, Clément, Mia, Colette
Deze ‘Voltaire’ zetel kan je verstellen van een zittende naar een liggende houding. Hij stond in het paviljoen achter in de tuin in Houthalen. Clément Jamar las daar ‘Le comte de Monte-Cristo’. (Hamburg, 2017) Pieter leest de roman in dezelfde zetel.
2024, verfilming van de roman van Alexander Dumas
Clément, de vader van Mia op 58-jarige leeftijd overleden
Pieter, Mia, Gert, Ilse, Colette (1979)
Tegen de zin van Colette vertoeft Mia graag in Parijs. “Blij-jft doar toch weg mee j’al die caberdouchkes.” (bars pour y accueillir une douce femme pour le plaisir des hommes)” – Colette Pieter fluistert in Mia’s oor om het niet meer over Parijs te hebben en de vreedzame bestemming “Het Zwarte Woud” te noemen wanneer zij naar de lichtstad trekt.
Nadat Clément vroegtijdig heenging neuriet Colette herhaaldelijk het vergeten lied ‘Margrietje (De rozen zullen bloeien)’.
Frie en zijn schoonmoeder (1987)
In Houthalen richt Colette ‘Het Kinderheil’ op (voorloper van Kind en Gezin). Leidt zij de ‚vrouw aan de haard’ en pleit voor een herwaardering van de huismoeder door een zgn. aanrechtsubsidie. Vrolijk komt zij geregeld met weekend op de heuvel en passeren zonder een blad voor de mond te nemen haar schouderophalende uitspraken de revue: Haar kleinkinderen hoeven niet wakker te liggen over studies of geldgebrek. ” Och God, och God, och God! Dat ons mennekes maar oep een schoewen manier profitere van ’t leve, want ’t got allemoal zoe rap voorbij. Os Gerteke moet maar e boerke worde en os Pitterke ne muzikant! Que sera sera, wat zal zij’jn zal zij’jn.” De warmhartige Colette en haar schoonzoon worden niet als “intellectuele zielsverwanten” getypeerd. Met aversie, een hartaanval nabij, reageert Frie op haar gedachten. Colette, terziele gegaan op Hemelvaartsdag doet Mia jarenlang tranen pinken. “Gui’da na wee beginne?” – hardvochtige Frie die het lovenswaardig vindt dat zijn schoonmoeder weduwe is gebleven, haar leven niet heropgebouwd heeft met een andere man.
“Avoir la patate” (1906) – Ignacio Zuloaga – olie op canvas
Om geen patatten-neus te krijgen moeten de mennekes van Colette hun neuzeke zachtjes naar onder strijken. Tot gruwel van Collete duwt Pieterke zijn neus omhoog in pig style. Frie, zijn broers en moeder hebben pikzwart haar en worden binnen een paar dagen super bruin. Frie heeft de typerende neus van de familie Van Dijck. Hij is er zeker van dat hij Spaanse pepers in het bloed heeft.
Ilse en Pieter (1975)
Van hun bomma krijgen Ilse en Pieter een papieren rok. Pieter weet dat zijn pa dat niet wilt en bewaart zijn gewaad in een schoendoos onder zijn bed, maar Frie had de rok eens gevonden en in het haardvuur gesmeten.
« Velle suum cuiqui est »
« Wat een mens wil, is voor iedereen persoonlijk» – Persius
Streling van licht
Colette stelt voor dat “os Pitterke” maar bij haar moet komen wonen en heeft Frie en Mia helemaal overtuigd. Maar de pastoor van Houthalen steekt daar een stokje voor en maakt pijnlijk duidelijk dat ze Colette zo iets niet mogen aandoen. De verklaring ligt voor de hand: hij merkt dat Pieter zich anders gedraagt dan anderen. Dat Pieter door zijn ongepaste levensvreugde wellicht homo is en niet geholpen kan worden. Daardoor heerst er verdriet rond het knaapje. “Homosexualiteit, daar was ik toen nog niet mee bezig, maar het heeft mijn verbeelding wel enorm geprikkeld. In de christelijke school in Aarschot leerde ik hoe je moet vergeven. Maar over mijn geaardheid kregen we niets te horen.
Deze cassette recorder ligt in een ladekast bij de bomma met cassettes in de muzikale genre van Marva en Freddy Breck. Pieter speelt de cassettes af en Colette zingt al lachend mee. Nadien moet Pieter alles terug opbergen want “Os Mieke heeft niet graag dat ik naar die muziek luister.” Naderhand informeert Pieter waarom zijn bomma niet naar liedjes van Marva en Freddy Breck mag luisteren. Voor die navraag krijgt hij ruzie en ’t menneke denkt bij zichzelf: “Amai, later zal ik toch luisteren naar en zingen wat ik wil. In ’t plat Rilluirs gezei: Da ze m’n ……. kusse.”
Du coup, Pieter rêve d’être une célébrité comme la Telajora. Om Jommekes albums te betalen neemt hij centen uit de porte-monnaie van Mia en gaat er om in ‘de Panda’ te Wolfsdonk.
“Os Pitterke moet maar e muzikanteke worde.” – Colette
Van Janneken Tietentater
“Viske, viske uit het water” – Eric Roux Fontaine – pigmenten, hars, brons-en zilverpoeder (89x116cm)
In de klankrijkdom van de Limburgse tongval vertelt Colette ontelbare keren het betoverende sprookje ‘Janneke Tietentater’ met een moraliserende boodschap.
Dorpszicht, olie op canvas, gesigneerd Maryse
Colette was verknocht aan dit Kempisch dorpszicht, net zoals zij het in haar jonge jaren gekend had.
“Clément overleed een maand na mijn geboorte. Continu hoorde ik compleet op hem te lijken. Daarom had ik als kleine jongen mijn sterfdatum al gekozen: ik ging er vanuit even oud als Clément (58) te worden. Wanneer ik m’n bedroevende schoolrapporten liet zien leek ik ineens niet meer op hem. Oef, vermoedelijk word ik ouder, dacht ik.” – Pieter
Pieter (19) geeft aan Colette “Quelques Fleurs l’Original”. Christophe Coineau schenkt het reukwater uit 1912 aan Pieter (55). Pieter vindt van zichzelf dat hij het ver gebracht heeft, alleen al door deze parfum te kunnen dragen. Maar niet iedereen heeft dezelfde gedacht daarover:
“Rien est plus vivant qu’un souvenir” – Federico Garcia Lorca
Je kan hieronder de gedigitaliseerde lakplaat door tante Terry verteld beluisteren. Gedateerd op 1969. De opnames van het sprookje duren 5’55 en 6’20 minuten
Colette bevestigt dat de Vergeet-Me-Nietjes in haar tuin afkomstig zijn van het waar gebeurde sprookje. Het worden Pieters’ lievelingsboempjes.
XVII Frie en Mia krijgen drie kinderen >>>