www.johandockx.be

Beste genodigden, kunstliefhebbers allemaal, 

Beste Johan, 

Namens de ACR heet ik u van harte welkom op de feestelijke opening van de expo van Johan Dockx ‘elke dag een nieuwe nacht’. 

Elk jaar reikt de ACR een prijs uit aan een kunstenaar die op de een of andere manier verbonden is met onze stad. Dit jaar kozen we niet voor de minste. Johan Dockx is graficus, illustrator en voormalig art director bij de krant De Standaard. Hij woonde een kleine tien jaar in Aarschot en vestigde zich nadien definitief in Langdorp. Zijn onmiskenbaar talent, zijn gevoel voor esthetiek, de verschillende technieken die hij aanwendt en de meesterlijke manier waarop hij een concept kan vertalen naar een illustratie maken dat hij deze prijs van de ACR ontvangt.   

Tekenen en lezen is leven voor Johan Dockx. Als verwoed De Standaard lezer ken en hou ik van zijn werk. Zijn tekeningen van mens en dier mens, van de natuur met haar fauna en flora, zijn illustraties bij de dingen van de dag zijn prachtig én dan zijn er de boeiende schrijversportretten die hij tekent  voor DSL.  

Toen ik hem voor ’t eerst ontmoette – geheel in het zwart- kreeg ik een fin-de-siècle gevoel. Voor mij stond een stijlvol, hoofs iemand, een estheet die samenviel met veel van de portretten van schrijvers die hem nauw aan het hart liggen zoals Pessoa, Baudelaire, Kafka, Rilke, Connie Palmen, Harry Mulish, Jeroen  Brouwers. Ik licht er geheel willekeurig één uit: het portret van schrijfster Katherine Mansfield, geboren in 1888. Zij behoort tot de meesters van het korte verhaal (Puur geluk)  Zij was een biseksuele, Nieuw-Zeelandse schrijfster die naar Engeland emigreerde en erg ziek was: zij leed aan tuberculose. En zij leed onder de scheiding van haar echtgenoot, John M. Murry, die zij aanbad. Zij vond stabiliteit bij Ida Baker, haar ‘vrouw’.  Zelfs toen haar ziekte op een hoogtepunt was, bleef zij schrijven. Zij overleed op 34-jarige leeftijd en in de Bloomsbury-kringen waarin zij verkeerde ging rond dat zij ‘een gezicht had als een masker’, haar ware aard zou ongrijpbaar zijn … Wel, dat is dan toch buiten het portret dat Johan Dockx van haar maakte gerekend. Haar frêle gezichtje omkranst door een pagekapsel vangt alle licht van rechts. Je wordt toegezogen naar haar ogen: ze priemen niet, ze  spotten niet. Hoe zij je aankijkt, dat laat je niet los. Uit haar blik valt zoveel te lezen. 

Het is dus ook vanzelfsprekend dat de ACR (de commissie kunstaankoop) koos voor zijn prachtige reeks van 16 literaire portretten, die een mooie plek in onze bibliotheek krijgt. Zijn collega Karen Wijckmans zegt hierover: “Het lijkt een fluitje van een cent, spontaan en daarom zo straf. Niets wringt in zijn portretten. Alles klopt binnen het eigenzinnige universum dat Johan schept. En toch doet ieder portret eer aan de auteur. Ieder portret reflecteert de persoonlijkheid van de auteur.” 

Johan Dockx is ook genereus. Hij voelde hoe graag wij zijn tekeningen zagen.  We mochten van hem nog 5 extra werken kiezen voor onze stad. U kan ze hier allemaal bewonderen: dame met hoed, dame als   roofvogel, een portret van de operadiva Maria Callas, eentje van Leopold II, koning der Belgen, en het schrijversportret van Franz Kafka, die Gregor Samsa als kever liet ontwaken. Het is evenwel opletten: niets wordt ‘zomaar’ getoond, alles is betekenisvol. Het vergt soms enkele seconden vooraleer de betekenis zich prijsgeeft. En dat maakt zijn illustraties dan ook zo boeiend. De kijker die de moeite doet om stil te staan bij zijn tekeningen, ervaart zelf een kleine innerlijke reis.  


2 / 2

Want inderdaad, om tot de essentie van Johan Dockx proberen door te dringen moet je goed kijken naar zijn werk. Werk dat veel stijlen kent: van collages over prachtige portretten en diertekeningen in potlood en pen, tot mixed media. In heel veel van zijn werken vinden potlood, houtskool, bic, Oost-Indische inkt, foto’s, scans of zelfs koffievlekken elkaar.  

Zijn collega bij DS, Astrid Houthuys, stelt: “Wie van Johan Dockx wat te weten wil komen, moet gewiekst zijn. Als een verdwijnselkunstenaar komt en gaat hij als eb en vloed. Overdag is deze Dockx een mens, bij maanlicht wordt hij een raaf. Rusteloos. Eeuwenoud. (Maar wie hem kent, weet: hij laat nooit los. Geeft niemand op.) Een Dockx werkt hard, het liefst bij nacht.” Dat kan ik beamen. Zelf mocht ik in de aanloop naar de opbouw van deze tentoonstelling mails van Johan verwachten ‘nadat de schemering was ingetreden’ of, ik citeer: “Meer uitleg bezorg ik vannacht”. De titel voor zijn solo tentoonstelling spreekt dan ook boekdelen: ‘elke dag een nieuwe nacht’. Dat hard werken zijn credo is, liet hij zich ontvallen bij een andere ontmoeting toen hij verwees naar zijn lievelingsauteur R.M. Rilke die aan beeldhouwer Rodin vroeg: “Hoe moet men leven?” Waarop deze hem antwoordde: “Door te werken.” Tientallen, honderden, misschien duizend keren stond Johan voor een leeg blad om linkshandig te tekenen of van een concept illustraties te maken. Voor deze tentoonstelling heeft hij dan ook een rijke hoeveelheid van zijn werk geselecteerd. 

Waar blijft hij elke keer de inspiratie vandaan halen? Waar wij het woord inspiratie gebruiken, spreekt Johan van ‘zachte inblazing’, het product van hard werken en toewijding. 

Voor de krant illustreert Johan de columns van theatermaker Josse De Pauw en recent ook die van Maj Vandergeten. Het toeval wil dat Maj haar carrière begon als manusje-van-alles op de redactieafdeling van DS, waarna zij daar opklom. Nu, zoveel jaren later, moest zij op nog vrij jonge leeftijd naar een Limburgs woonzorgcentrum wegens de zich snel voortschrijdende alzheimer van haar man en haar Parkinson. Vorig jaar in oktober bracht Josée Lehon haar mooie dichtbundel ‘Vier met mij, dans met mij’ uit, waarna Maj inging op het aanbod tot het schrijven van een tweewekelijkse column in DS. Bij elke column van haar maakte Johan een tekening. Het is niet zomaar een tekening, wel een gevoelige interpretatie bij wat Maj schrijft met telkens een hand/handen die centraal staan. Volgens kenners is handen tekenen of schilderen erg moeilijk. Hier toont Johan Dockx zijn meesterschap. Wij zijn dan ook heel blij u vandaag deze ontroerende illustraties als eersten te kunnen  tonen.   

Lieve mensen, er rest mij alleen nog Johan Dockx te feliciteren met deze expo én met zijn prijs van de ACR. Ook wens ik de stad Aarschot en de ganse museumploeg en al de medewerkers van CC Het Gasthuis te bedanken en in het bijzonder Roeland Holemans. Jullie bied ik aan om met beide handen mijn uitnodiging tot het ‘lezen’ van Johan Dockx’ werk, werk dat gaat naar de essentie van ons bestaan, aan te nemen. 

Agnes Hendrickx 

Voorzitter Aarschotse Cultuurraad